Zwieflerseen
Er liggen twee heel bijzondere bergmeren in de zuidelijke Schladminger Tauern. Uit het trogdal van de Katschbach tussen Dorfer- en Kreuzer-hut gaat de weg door een steil sparrenbos omhoog naar de trogschouder – beide restanten van de gletsjers uit de laatste ijstijd.
Op deze trogschouder wordt het bijna vlak, het sparrenbos wordt steeds dunner en er komen steeds meer alpendennen in beeld. Uiteindelijk houdt het bos op - alleen nog een paar afzonderlijke knoestige alpendennen trotseren de ongunstige omstandigheden op 1800 m boven de zeespiegel.
Maar op een warme zomerdag merkt men niets van deze kou: bijen, hommels en vlinders vliegen van alpenroos naar blauwe bosbes en rode vosbes. Daarnaast bloeien behaard klokje, meesterwortel, nagelkruid, witte nieswortel en nog vele andere alpenplanten.
En gelijktijdig glanst het blauwzwarte water van de Untere Zwieflersee met de zon om het hardst. Het water trekt ons magisch aan. Staat men in het water, dan borrelt er modder tussen onze tenen omhoog en gelijktijdig vragen veenpluis, veenbies, zwarte zegge & co om onze aandacht.
Op de weg naar de Obere Zwieflersee kruist met een beetje geluk de alpensalamander onze weg en boven onze hoofden cirkelt misschien wel een steenarend…
|
|
